ANTIDEPRESSIVA

Wat zijn antidepressiva ?

Aanvankelijk werden antidepressiva voorgeschreven voor zware depressies, tegenwoordig worden ze voorgeschreven voor een scala aan andere klachten en problemen. De eerste generatie depressiva vormden de zogenoemde "tricyclische middelen" welke soms nog worden voorgeschreven. Voorbeelden zijn Amitryptiline en Anafranil. De nieuwere SSRI middelen welke de serotonine huishouding beinvloeden worden vandaag het meest voorgeschreven.
Artsen en farmaceutische bedrijven zeggen dat deze minder bijwerkingen hebben dan de eerste generatie middelen. Op langere termijn zien we echter desastreuze gevolgen van de SSRI's, dit wordt echter niet door de medische wereld erkend en is voornamelijk beschreven in een beperkt aantal boeken en websites. Deze middelen kunnen echter na jaren van gebruik steeds meer ongewenste bijwerkingen veroorzaken en sterk verslavend werken. Daarom moeten ze zeer geleidelijk en voorzichtig afgebouwd worden.

Hoe werken antidepressiva ?

Deze middelen veranderen de chemische balans in de hersenen, maar ook in andere delen van het lichaam. Wanneer men het gebruik staakt kost het tijd voor het lichaam weer terug gaat naar de oorspronkelijke fysiologisch/chemische toestand. Helaas spreken we hier niet over weken, maar over maanden en mogelijk zelfs jaren.
Ze veranderen niet alleen de opname van serotonine in de synapsen (zenuwuiteinden) maar omdat er een delicate balans is tussen serotonine, dopamine, adrenaline en andere stoffen zal een verandering van de ene neurotranmitter altijd ook de anderen beinvloeden. Op langere termijn zal de blootstelling aan onnatuurlijk hoge niveaus van serotonine en de natuurlijke tendens naar homeostase steeds meer receptoren uitschakelen (downregulation) en op lange termijn kunnen we stellen dat deze vernietigd zijn.
Als we dan abrupt of te snel stoppen met de medicatie is er plotseling een tekort aan goed functionerende receptoren en kunnen symptomen ontstaan die door velen als "de hel op aarde" worden omschreven.

Antidepressiva en "tolerantie" of "poop-out"

Vaak gebeurt het dat het medicijn na enkele jaren van gebruik plotseling of geleidelijk haar werking verliest en de gebruiker ontwenningsverschijnselen (angst, depressie, duizeligheid, wazig zien) gaat ervaren terwijl het middel nog geslikt wordt.
Op dat moment wordt dan door de voorschrijvend arts gewoonlijk de dosis verhoogd waarmee het onvermijdelijke nog even (gemiddeld één tot twee jaar) uitgesteld wordt. Of de patient wordt aan een ander antidepressivum gezet en de verschijnselen toegeschreven aan een verergering van de originele conditie (inplaats van de bijwerkingen/afkickverschijsnelen van de medicatie). Als deze benadering faalt worden angstremmers en/of antipsychotica toegevoegd die elk verondersteld worden de bijwerkingen van het oorspronkelijke middel te bestrijden. De patient komt zo in de gevaarlijke neerwaartse spiraal van polydrogering en -verslaving/afhankelijkheid.
Tolerantie kan zich in verschillende vormen uiten:
het kan geleidelijk verergeren in de loop van jaren of zich plotseling aandienen in enkele dagen of weken.
Nadat het lichaam het antidepressivum gedurende jaren heeft geaccepteerd komt eens het moment dat het lichaam er "genoeg van heeft". Tolerantie voor bepaalde antidepressiva treedt vaak op na vijf jaar, bij anderen tien of twintig jaar. Er lijken geen regels voor te bestaan.

Verkeerde reactie op een antidepressivum

Sommige mensen ontwikkelen een dag tot enkele weken na het innemen van een antidepressivum plotseling een negatieve reactie op het middel. Deze reactie kan lijken op de symptomen van het verlengde ontwenningssyndroom (zoals mensen ontwikkelen na te snel of abrupt stoppen van een antidpressivum na langdurig gebruik).
We zien dat herstel van deze conditie, net als bij het geprolongeerd ontwenningssyndroom, maanden kan duren (15/18/24 en zelfs nog langer).

De meest voorgeschreven antidepressiva, SSRI and SNRI

SSRI (Selective Serotonin Re-Uptake Inhibitors ofwel selectieve serotonine heropname remmers)

-citalopram (Celexa)
-fluoxetine (Prozac)
-fluvoxamine (Fevarin)
-escitalopram (Lexapro)
-paroxetine (Seroxat/Paxil)
-sertraline (Zoloft)

SNRI (Serotonin Norepinephrine Reuptake Inhibitors ofwel Serotonine/Noradrenaline heropname remmers)

-venlafaxine (Efexor)
-duloxetine (Cymbalta)
-desvenlafaxine (PristiQ)